Interview: Guido Linders en duurzame innovatie in substraten
Guido Linders is Senior Vice President van Kekkilä-BVB, BA Central, gevestigd op de Brightlands Campus Greenport Venlo. Kekkilä-BVB is een onderdeel van het Finse Neova, Europees leider in substraten. Ze leveren deze groeibodems aan kwekers en retailers over de hele wereld. ‘Ik voorspel dat de hele sector over tien jaar vijftig procent duurzamer is.’
Guido Linders (1967) groeide op in het Noord-Limburgse kerkdorp Well. Zijn grootouders van vaders kant zaten in de zogenaamde ‘volle grond groenten’. Ze hadden een parlevinker en een klein winkeltje waar ze groentezaden verkochten. ‘Zo is mijn vader besmet geraakt met die sector’, legt hij uit op de eerste verdieping van het Brighthouse op de Greenport Campus in Venlo.
Zijn vader kreeg een leidinggevende functie in een conservengroenten-bedrijf en warmde zijn zoon op voor een carrière in dezelfde sector. Guido kwam terecht in de snijbloemen (orchideeën) en stapte over toen Bas van Buuren, later BVB Substrates, ontwikkelaar en producent van substraten, een nieuw bedrijf startte in Grubbenvorst; dat is dertig jaar geleden.
Linders: ‘Ik kon enorm genieten tussen de bloemen en de planten, maar ik zag mezelf niet veertig jaar lang op een paar hectare in Well mijn brood verdienen.’ Omdat BVB en later Kekkilä-BVB een wereldspeler is, heeft Linders inmiddels alle hoeken van de wereld wel gezien.
Duurzaamheid
Wie zich verdiept in de geloofsbrieven van het bedrijf, ziet dat duurzaamheid heilig is. De productcatalogus toont vele varianten van substraten voor de openbare ruimte. Met een eigen onderzoeksafdeling en kennisplatform is Kekkilä-BVB een innovatieve voorhoedespeler in de tuinbouw en het publieke domein.
Waarom zoveel nadruk leggen op duurzaamheid?
Guido Linders: ‘Als je kijkt naar de wereld en alles wat er speelt, dan ben ik ervan overtuigd dat verduurzaming de enige oplossing is om de klimaatverandering tegen te gaan en een toekomst proof businessmodel te bouwen. Het tempo waarin kan door politieke of maatschappelijke druk veranderen, maar op de lange termijn is er maar één conclusie mogelijk: we moeten naar alternatieven voor fossiele brandstoffen en naar renewable grondstoffen. Dan kunnen we als bedrijf maar beter proberen voorop te lopen.’
Prachtig, maar de praktijk blijkt weerbarstig. ‘We produceren in Nederland, Zweden, Estland, Finland en exporteren naar Australië, Amerika, Azië, Zuid-Amerika, Afrika, Zuid-Europa en het Midden-Oosten. Daar staat verduurzaming echt wel op de agenda maar dat gaat vaak in een heel ander tempo.
Vooroplopen is goed, maar je moet weten hoe ver. We hebben klanten in de wereld die nog vijf stappen moeten maken voordat ze op ons level zitten. Wij kunnen als Europa niet dicteren wat in Zuid-Amerika moet gebeuren. Dan gooien we onze eigen ramen in. We kunnen ook niet verwachten dat morgen iedereen overal in de wereld in een Tesla zal stappen.’
Wereldberoemd
Duurzaam betekent ook zo min mogelijk of zo duurzaam vliegen of varen. Linders wijst naar het Midden-Oosten. ‘Voedsel en bloemen worden gewoon ingevlogen. Denk aan champignons. Heel simpel omdat ze het kunnen betalen. Maar als je streeft naar verduurzaming dan is het logisch dat je lokaal gaat produceren. Met de technologie die Nederland heeft voortgebracht kan dat. En daar hoort natuurlijk ook een substraat bij. Onze strategie is: hoe kunnen we met onze kennis hetzelfde product garanderen dat lokaal geproduceerd kan worden met het liefst ook met lokale grondstoffen.’
Brightlands en Brightbox
Hoe belangrijk is Brightlands daarin?
Linders: ‘Wij vonden in 2012 dat we de verplichting hadden om mee te doen aan de Floriade in Venlo. De provincie en de lokale overheid staken hun nek uit voor de tuinbouw. Of we daar financieel helemaal goed uit zouden komen, was van ondergeschikt belang. Het ging om samenwerking, dat is de enige goede formule om jezelf zichtbaar te maken.
We moeten niet als een postzegel denken. Brightlands beloofde samenwerking en kennisuitwisseling. Als je in een netwerk kunt fungeren dan verandert je mindset, je moet vooruit denken. In de zogenaamde Brightbox ontwikkelen we nieuwe oplossingen.’
Linders noemt de veenvrije substraten die door de gemeente Helmond al zijn gebruikt. Hierbij is veen vervangen door de grondstof accretio waardoor de Milieu Kosten Indicatie veel lager uitpakt. ‘Ik moet daar nadrukkelijk bij zeggen dat veenvrij niet dé oplossing is voor verduurzamen. We hebben redelijk wat veenvelden, maar dat weerhoudt ons er niet van om heel hard te investeren aan de andere kant.
We gaan voor duurzaam en dat proberen we ook meetbaar en bewijsbaar te maken. Het helpt dat je op een Brightlands campus zit waar veel mensen dezelfde richting op denken. Nieuwkomers op de campus worden vaak naar ons doorverwezen. Wij zijn natuurlijk geen startup, we zijn een succesvol bedrijf met een lange historie. We kunnen ons niet de luxe permitteren om uitsluitend met innovatie bezig te zijn. Toch moet dat de grondgedachte zijn, wil je vooraan meespelen.’
Houtchips
Mooi voorbeeld daarvan is de nieuwe houtvezelproductielijn in Grubbenvorst die in mei gaat draaien. Simpel gezegd gaat het om houtchips die binnen een proces tot vezel worden vermalen, en waarop planten goed kunnen groeien. Met enige gêne bekent Guido Linders dat de fabriek voorlopig deels gaat draaien op eigen generatoren om zelf elektriciteit aan te maken. ‘Dat is nu eenmaal de situatie op veel plekken in Nederland en we hopen dat het maximaal drie jaar nodig is.
We willen uitbreiden maar we kunnen niet omdat we onvoldoende stroom kunnen krijgen.’ Linders snapt de complexiteit van het stroomprobleem maar verwacht wel meer support en daadkracht van de overheid. ‘Kijk naar de glastuinbouw, naar het grote plaatje; als er ergens efficiënt met energie wordt omgesprongen dan is het daar waar warmte, elektriciteit en CO2 omgezet worden naar voedsel. Als ze daar niet zo innovatief waren dan hadden we nog een veel groter probleem.’
Guido Linders verwacht dat de vraag naar substraten de komende dertig jaar verdrievoudigd zal zijn. ‘Om de simpele reden dat klimaatsverandering doorzet. Dus wil je voedsel op een goede manier blijven produceren, dan moet dat veelal indoor en in gesloten systemen. Als ik kijk naar onze eigen duurzaamheidsagenda, dan moet onze sector over tien jaar vijftig procent duurzamer kunnen zijn.’
Dit interview werd eerder gepubliceerd op Brightlands, het online platform voor innovatie en ondernemerschap.